Gezag
Op grond van onderstaand artikel Burgerlijk Wetboek Boek 1 kunt u het gezag regelen via een rechtbank
Artikel 253c BW1 De tot het gezag bevoegde ouder van het kind, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder uit wie het kind is geboren heeft uitgeoefend, kan de rechtbank verzoeken de ouders met het gezamenlijk gezag dan wel hem alleen met het gezag over het kind te belasten.
2 Indien het verzoek ertoe strekt de ouders met het gezamenlijk gezag te belasten en de andere ouder met gezamenlijk gezag niet instemt, wordt het verzoek slechts afgewezen indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
3 Wanneer de andere ouder het gezag over het kind uitoefent, wordt het verzoek om de tot het gezag bevoegde ouder, bedoeld in het eerste lid, alleen met het gezag te belasten slechts ingewilligd, indien de rechtbank dit in het belang van het kind wenselijk oordeelt.
4 Wanneer niet in het gezag is voorzien of wanneer een voogd het gezag uitoefent, wordt het verzoek om de tot het gezag bevoegde ouder, bedoeld in het eerste lid, alleen met het gezag te belasten slechts afgewezen, indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd.
5 Een verzoek om de ouders met het gezamenlijk gezag te belasten als bedoeld in het eerste lid, kan ook door de moeder uit wie het kind is geboren worden gedaan.
Per 1 januari 2023 is de wet veranderd: ongehuwde en niet-geregistreerde ouders krijgen automatisch gezamenlijk ouderlijk gezag zodra de erkenning van het kind plaatsvindt. Dit is vastgelegd in artikel 1:251b van Boek 1 BW.
Artikel 1:251b BW1. De moeder en de persoon die een kind heeft erkend oefenen het gezag over hun kind gezamenlijk uit, tenzij:
a. een voogd met de voogdij over het kind is belast;
b. de voorziening in het gezag over het kind is komen te ontbreken;
c. de ouder die het gezag heeft, dit gezamenlijk met een ander dan een ouder uitoefent;
d. de erkenner eerder het gezag over het kind heeft uitgeoefend.
2. De moeder oefent het gezag over haar kind alleen uit, indien uit de akte, bedoeld in artikel 203, eerste lid, onderdeel a of b, blijkt dat:
a. de moeder en de erkenner hebben verklaard dat het gezag alleen door de moeder wordt uitgeoefend; of
b. de rechtbank vervangende toestemming voor de erkenning heeft verleend als bedoeld in artikel 204, derde en vierde lid.
Toelichting op registratie:
De ambtenaar van de burgerlijke stand doet onverwijld na de erkenning of, bij erkenning vóór de geboorte, na de aangifte van de geboorte mededeling aan de griffier van:
ten behoeve van aantekening in het gezagsregister.
Wanneer is deze wetgeving van toepassing?
Voor kinderen erkend vanaf 1 januari 2023: automatisch gezamenlijk gezag bij erkenning, uitzonderingen zoals hierboven blijven van kracht.
Voor erkenning vóór 1 januari 2023 (zelfs als het kind na die datum is geboren): géén automatisch gezag. Dan moet gezag apart worden aangevraagd bij de rechtbank of via het gezagsregister.