Informatieplicht
De informatie als gescheiden ouder die u krijgt begint bij het ouderschapsplan. Hierin behoort te staan hoe de ene ouder de andere ouder informeerd over alles wat met opvoeden, school, medische zorg of straf te maken heeft.Derden, zoals scholen, maatschappelijk werk, huisarts of kinderarts, echter hebben geen informatie over dit ouderschapsplan en stellen hun eigen regels op over hoe zij ouders informeren. Sommigen, heel veel, geven geen enkele informatie en beroepen zich op hun zwijgplicht.
De eerste vorm van informatie verkrijgen van derden is het persoonlijke gesprek. Maak contact en bespreek wat u wil weten, en maak een afspraak om persoonlijk ernaar toe te gaan.
Gebeurd dit niet dan kunt u aangeven dat diegene de eigen opgestelde regels moet naleven en zich eraan moet houden. Krijgt u daarna nog geen informatie dan kunt u via een schrijven, voorbeeldbrieven zijn te verkrijgen via de stichting, de persoon in kwestie ervan op de hoogte stellen dat u stappen gaat ondernemen.
Onderstaand de aanbeveling voor scholen m.b.t. informatieplicht door het LKC
Elke school heeft te maken met ouders met een verbroken relatie. Als ouders scheiden hebben zij in beginsel allebei het gezag over een minderjarig kind. Soms is er ook één ouder met gezag en één ouder zonder gezag over het kind. Dit kan ook het geval zijn wanneer ouders nooit getrouwd zijn. In dit themadossier worden de regels over informatieverstrekking aan gescheiden ouders en de uitspraken van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) besproken. Waar wordt gesproken over gescheiden ouders kan ook worden gelezen ‘ouders met een verbroken relatie’.
Wettelijke bepalingen
Bij de beoordeling van klachten houdt de LKC rekening met geldende wettelijke bepalingen. Voor de informatieverstrekking aan gescheiden ouders is van belang of een ouder het gezag heeft. De belangrijkste bepalingen zijn opgenomen in boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW), de WPO en de WVO. Uit deze wetsartikelen volgt dat het in eerste instantie aan (gescheiden) ouders is om elkaar te informeren over de vorderingen en ontwikkelingen van hun kind. In sommige gevallen is de relatie tussen de ouders zo vertroebeld, dat goede onderlinge communicatie niet meer aan de orde is. Dan komt de school in beeld. De vraag rijst dan wat de verplichtingen van de school zijn inzake de informatieverstrekking.
*Artikel 1:377b BW bepaalt dat de met het gezag belaste ouder verplicht is de andere, niet met gezag belaste ouder op de hoogte te houden van belangrijke zaken die het kind aangaan (bijv. schoolrapporten en informatie over extra begeleiding).
*Artikel 1:377c BW bepaalt dat de school verplicht is een ouder die niet het ouderlijk gezag heeft, als hij of zij daarom vraagt, van beroepshalve beschikbare informatie te voorzien over belangrijke feiten en omstandigheden die het kind of de verzorging en opvoeding van het kind betreffen. Er zijn op deze regel twee uitzonderingen: de informatie wordt niet verstrekt als de school de informatie niet op dezelfde manier aan de ouder met het ouderlijk gezag zou verstrekken; de informatie wordt niet verstrekt als het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet.
*Wet op het primair onderwijs en Wet op het voortgezet onderwijs Artikel 11 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 23b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) bepalen dat de school over de vorderingen van de leerlingen rapporteert aan hun ouders.
Mogelijkheden voor ouders: de klachtencommissie
Het kan voorkomen dat één van de ouders vindt dat de school hem of haar niet goed heeft geïnformeerd over de voortgang van het kind of van mening is dat de school zich partijdig opstelt. Als een ouder er in zo’n situatie met de school niet uitkomt, kan hij of zij een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school. Welke klachtencommissie dat is staat in de schoolgids of op de website van de school.
Adviezen LKC
Veel scholen zijn aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) van Onderwijsgeschillen. De LKC heeft veel klachten behandeld over informatieverstrekking aan gescheiden ouders. De LKC kijkt dan of de communicatie/informatieverstrekking zorgvuldig en voldoende is geweest en of de school zich neutraal genoeg heeft opgesteld. Hierna worden enkele belangrijke punten uit de adviezen van de LKC besproken.
School moet neutraal zijn
Een school moet voorkomen partij te worden in een echtscheidingsconflict en moet alle schijn van partijdigheid vermijden. De school hoeft soms geen informatie te verstrekken als zij daardoor haar neutraliteit verliest. Bijvoorbeeld wanneer een ouder vraagt of er een verschil is in de leerprestaties van de kinderen in de weken dat ze bij de vader en de weken dat ze bij de moeder zijn. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden, als de veiligheid van het kind in het geding is, is het volgens de commissie verstandig om informatie ten behoeve van een echtscheidingsprocedure te verstrekken.
Beide ouders hebben ouderlijk gezag
De school heeft een actieve informatieplicht. Zij moet ouders dezelfde mondelinge en schriftelijke informatie geven. De school heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid. Als de school weet dat er geen omgang is tussen een ouder en het kind, mag de school geen genoegen nemen met de mededeling van de ouder dat die de andere ouder wel zal informeren. De school moet dit controleren. Wanneer in een echtscheidingsconvenant is vastgelegd dat de ene ouder de andere ouder moet informeren en dit vervolgens niet gebeurt, moet de school de betreffende informatie aan de andere ouder verschaffen. Als de school informatie in tweevoud aan het kind meegeeft, voldoet de school in principe aan haar informatieplicht. Wanneer vervolgens blijkt dat de informatie een van de ouders niet bereikt, moet de school een andere manier zoeken om de informatie te verstrekken. Als een van de ouders geen gezamenlijk oudergesprek wil, moet de school de mogelijkheid bieden voor afzonderlijke gesprekken met beide ouders.
Ouder zonder ouderlijk gezag
De school moet de ouder zonder gezag informatie geven over belangrijke zaken over het kind of diens verzorging of opvoeding. De ouder moet daar wel zelf om vragen, de school hoeft dit dus niet uit eigen beweging te doen. De informatie kan gaan over de cognitieve en/of sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind zoals leerprestaties of medische kwesties. Hieronder valt bijvoorbeeld een schoolrapport, maar niet een uitnodiging voor een algemene ouderavond of een schoolfoto. Op de informatieplicht kan een uitzondering worden gemaakt als het belang van het kind zich verzet tegen het verstrekken van de informatie. De school moet een eigen afweging over dat belang maken. De school moet de gezaghebbende ouder over een verzoek tot informatieverstrekking op de hoogte brengen. Als de ouder met gezag zich verzet tegen het verstrekken van informatie aan de andere ouder of dit niet in het belang van het kind acht, is dit onvoldoende. Deze ouder zal dit moeten onderbouwen, bij voorkeur met een gerechtelijke uitspraak waarin een beperking van de informatieplicht is opgenomen. De veiligheid van het kind speelt een rol bij de afweging of de school informatie verstrekt. Als een kind op school aangeeft bang te zijn voor de ouder mag een school terughoudend zijn in het verstrekken van informatie. Een school mag niet verwijzen naar de gezaghebbende ouder als de ouder zonder ouderlijk gezag informatie opvraagt.
Aanbevelingen LKC voor scholen
De LKC adviseert scholen om beleid te formuleren met betrekking tot informatieverstrekking aan gescheiden ouders. Dit beleid kan door de school worden opgenomen in de schoolgids. Bij aanmelding van nieuwe leerlingen is het raadzaam om de juridische status met betrekking tot gezag, omgang en informatievoorziening van ouders in kaart te brengen. Verder kan er op het aanmeldingsformulier standaard worden gevraagd naar namen en adressen van beide ouders.
Onderstaand is het advies voor artsen m.b.t. informatieplicht door het KNMG
Advies
Een met gezag belaste ouder heeft recht op alle informatie over de behandelingen die zijn kind ondergaat of heeft ondergaan tot dat het kind de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Op deze regel bestaan enkele uitzonderingen. Omdat ouders na een echtscheiding doorgaans beiden het gezag behouden, dient u de informatie te verstrekken – tenzij sprake is van een bijzondere situatie. Bij kinderen van 12 jaar is het verstandig het kind te laten weten dat vader informatie heeft gevraagd.
Toelichting
Algemeen
Tot kinderen de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, treden ouders bij geneeskundige behandelingen op als hun wettelijk vertegenwoordigers. In deze hoedanigheid beslissen ouders over de medische behandelingen die hun kind ondergaat, vanaf 12 jaar tot 16 jaar samen met het betrokken kind. Ouders hebben dan als wettelijk vertegenwoordiger ook, apart en gezamenlijk, recht op de benodigde medische informatie over hun kinderen om dergelijke beslissingen te kunnen nemen. Maar ook om bijvoorbeeld de facturen te kunnen controleren.
Hoewel de ouders volgens de wet recht hebben op informatie, kan een arts het verstrekken daarvan geheel of gedeeltelijk weigeren als:
>die informatieverstrekking kennelijk strijdig is met de belangen van het kind;
>of het kind nadrukkelijk bezwaar heeft gemaakt tegen informatieverstrekking aan een ouder.
Echtscheiding en gezag
Na echtscheiding behouden beide ouders gelijke bevoegdheden over hun kinderen, tenzij de rechter het gezag slechts aan één van de ouders heeft toegewezen. De niet met het gezag belaste ouder heeft dan een recht op informatie over de kinderen met een beperktere strekking en omvang. Maatgevend is dan dat die ouder zich op grond van die informatie een algemeen beeld moet kunnen vormen over de staat van opvoeding en gezondheid van de kinderen. Alléén wanneer de rechter na echtscheiding het gezag aan één ouder toewijst heeft dit consequenties voor de rechten en bevoegdheden van de andere, niet-gezagdragende, ouder ten opzichte van de arts.
Gezagsregister biedt inzage in gezag ouders
Allereerst is natuurlijk de vraag of een arts in geval van een echtscheiding gehouden is na te gaan of een ouder gezagdragend is of niet. En zo ja, hoe dan. Als daartoe geen aanleiding bestaat, behoeft de arts dat niet te doen. Gezamenlijk gezag is immers na echtscheiding de hoofdregel. Bij twijfel is het echter raadzaam wél na te gaan wie het gezag heeft/hebben over een minderjarig kind. Hiervoor kunt u het Centraal Gezagsregister raadplegen. Dit register bevindt zich bij alle rechtbanken en is openbaar. Iedereen heeft het recht dit register in te zien en daarvan een uittreksel te vragen. Voorts verdient aanbeveling in het dossier van het kind aantekening te maken van de gezagsverhoudingen. Als blijkt dat slechts één van beide ouders gezagdragend is, dan treedt de andere ouder niet meer op als wettelijk vertegenwoordiger. Deze ouder beslist dientengevolge niet meer mee over de behandeling en heeft ook niet meer de aan dat beslissingsrecht gekoppelde rechten en bevoegdheden.
Het recht op informatie van de niet-gezagdragende ouder
Wel is in het Burgerlijk Wetboek voorzien in een recht voor de niet-gezagdragende ouder om op verzoek belangrijke informatie aangaande de verzorging en opvoeding van het kind te kunnen verkrijgen. Dit recht geldt ten opzichte van derden die beroepsmatig over die informatie beschikken, zoals leerkrachten, maatschappelijk werkers en artsen. Op die manier moet de niet-gezagdragende ouder zich, onafhankelijk van de gezagdragende ouder, een beeld kunnen vormen van de verzorging en opvoeding van het kind. Krijgt een arts dus een verzoek om informatie van een niet-gezagdragende ouder, dan hoeft hij voor het verstrekken daarvan geen toestemming te vragen aan de gezagdragende ouder. Het recht op informatie van de niet-gezagdragende ouder omvat geen inzagerecht. Ook kan de arts zich beperken tot globale, feitelijke en belangrijke informatie.